Het verhaal van Ariena van Bruggen in de Stentor van 24 april

Dat verhaal wordt gekenmerkt door eenzijdigheid en een gebrek aan kennis van de ecologie van bosecosystemen. Zij doet het voorkomen alsof alles om CO2, fijnstof of broeikasgassen draait, terwijl  het ondergrondse bodemvoedselweb met de fijne wortels en het bovengrondse deel met de bladeren van elk boomsoorteigen ecosysteem een oneindig aantal organismes kent, die volledig of hoofdzakelijk van de boom als energie- en zuurstofproducent afhankelijk zijn, zoals uit onderstaand overzicht blijkt. De boom is daarentegen afhankelijk van al dan niet exclusief aan de boomsoort gebonden schimmels (microfungi) en paddenstoelen of zwammen (macrofungi), die nutriënten, mineralen en sporenelementen uit het bodemvoedselweb opnemen en via een interface in (endomycorrhiza) of om de haar- of fijne wortels (ectomycorrhiza) aan de boom doorgeven. (link naar het artikel)

Bodemvoedselweb

In het bodemvoedselweb van een bosecosysteem staan boomwortels en de daarmee via mycorrhiza’s verbonden zwamdraden en zwamvlokken van lagere, glomaline producerende symbiotische schimmels en paddenstoelen en van strooisel afbrekende en recyclende micro- en macrofungi een belangrijke rol, net zoals ontelbare andere organismen die bijdragen aan de vorming van humus en compost.

In bosecosystemen begint alles met en draait alles om de biodiversiteit in de toplaag van het bodemvoedselweb. Het soil food web en de anorganische componenten van de bodem zijn bepalend voor de rijkdom of armoede van de bovengrondse biodiversiteit. Verstoringen in het bodemvoedselweb leiden tot veranderingen in het evenwicht dat in het boomsoorteigen ecosysteem heerst en dit heeft geforceerde aanpassingen van de participanten en (tijdelijk) verminderde soortenrijkdom als gevolg. Ergo, bij bomen is de achteruitgang en sterfte door vermesting (nitrificatie) van boomsoorteigen ecosystemen het hoofdprobleem.

Een theelepel bosbodem kan 20.000 tot 30.000 verschillende soorten bodemorganismen bevatten

Een theelepel bosbodem kan 20.000 tot 30.000 verschillende soorten bodemorganismen bevatten, een duizelingwekkend aantal, dat zelfs op een optimaal ingerichte standplaats voor een stadsboom nooit kan worden bereikt. Een handvol bosbodem bevat naast levende delen van planten en boomwortels en organisch afval alleen al 1000 miljard bacterien, 500 miljard flagellaten, 100 miljard amoebes, een paar miljard zich ondergronds voortplantende lagere schimmels, de zwamvlokken van een miljard paddenstoelen of zwammen, enkele miljoenen wimper- en zweepdiertjes (ciliata) en ongeveer een miljoen bodemalgen.

Energiebalans

Verder komen in de bodem grote aantallen van verschillende soorten wormen, aaltjes en insecten als springstaartjes, pissebedden, kevers en duizend- of miljoenpoten voor. Alle leveren ze hun bijdrage aan de omzetting van organisch afval. Samen met de (grotendeels) bovengronds levende organismen zorgen zij voor een energiebalans in het bosecosysteem en houden zij een min of meer gesloten voedselkringloop in stand (© G.J. Keizer, 2015/2019).

Samenvattend

Samenvattend : een boom is het centrum van een boomsoorteigen ecosysteem, waarin micro- en macrofungi een sleutelrol in de levenscyclus van een boom spelen en medeverantwoordelijk zijn voor de voortplanting, vitaliteit, conditie en afbraak van bomen, oftewel : GEEN BOMEN ZONDER ZWAMMEN.

 

“… Met andere woorden: een natuurbegraafplaats is slecht voor het milieu. Ik stel dat het omgekeerde het geval is …”

En ik stel op grond van wetenschappelijk mycologisch en bosecologisch onderzoek, dat dit een onhoudbare en niet met onderzoek onderbouwde stelling over boomsoorteigen ecosystemen is (zie literatuur).

 

“… de minst schadelijke manier van lijkbezorging …”

Door de aan- en afvoer van in het bos te begraven personen (lijkwagen) en hun familie en het delven van graven gaat buiten de paden overbetreding optreden met verdichting van de bodem en zuurstofgebrek in de bodem als gevolg, waardoor de mycorrhiza’s van de symbiotische schimmels en paddenstoelen of zwammen afsterven en de wortels van de boom niet langer met door deze symbionten geproduceerde antibiotica en fungiciden tegen aanvallen van parasieten worden beschermd.

 

“… Een begraven lichaam vergaat door natuurlijke afbraak door schimmels …” 

Alleen bij de afbraak van keratine (nagels, haar, epidermis) en botten spelen een beperkt aantal hooggespecialiseerde macrofungi een rol, een afbraakproces dat afhankelijk van de omstandigheden vele tientallen jaren tot enkele eeuwen duurt.

 

“… Individuele graven kunnen tussen boomwortels aangebracht worden …”

Tussen de wortels en wortelaanzetten groeit een dicht netwerk van haarwortels en fijne en adventiefwortels, die bij beuken bijvoorbeeld een doorslaggevende rol in de voortplanting van de boomsoort via moederbomen spelen. Beschadiging van dit met symbiotische macrofungi verbonden netwerk leidt tot kolonisatie door parasitaire schimmels en gedeeltelijk of geheel afsterven van de boom, zoals op Hackfort (Vorden) enkele jaren geleden na het aanplanten van bloembollen in de boomspiegels van oude beuken gebeurd is.

 

Met vriendelijke groet,

Gerrit Jan Keizer

Mycoloog/bosecoloog

 

Literatuur

 

G.J. Keizer (2000). Mijn door Naturalis/Eti BioInformatics (Leiden) beheerde interactieve paddenstoelengids. De Interactieve Paddenstoelengids: Welkom (naturalis.nl).

G.J. Keizer (2012/2015/2021). De verborgen boom. Het boomsoorteigen ecosysteem van onze inheemse loof- en naaldbomen. A3 boeken, Geesteren.

G.J. Keizer (2015/2019). Mycological Tree Assessment. Geen bomen zonder zwammen. Agentschap Natuur en Bos (Antwerpen)/Inverde(Brussel).

Dat verhaal wordt gekenmerkt door eenzijdigheid en een gebrek aan kennis van de ecologie van bosecosystemen. Zij doet het voorkomen alsof alles om CO2, fijnstof of broeikasgassen draait, terwijl  het ondergrondse bodemvoedselweb met de fijne wortels en het bovengrondse deel met de bladeren van elk boomsoorteigen ecosysteem een oneindig aantal organismes kent, die volledig of hoofdzakelijk van de boom als energie- en zuurstofproducent afhankelijk zijn, zoals uit onderstaand overzicht blijkt. De boom is daarentegen afhankelijk van al dan niet exclusief aan de boomsoort gebonden schimmels (microfungi) en paddenstoelen of zwammen (macrofungi), die nutriënten, mineralen en sporenelementen uit het bodemvoedselweb opnemen en via een interface in (endomycorrhiza) of om de haar- of fijne wortels (ectomycorrhiza) aan de boom doorgeven. (link naar het artikel)

Bodemvoedselweb

In het bodemvoedselweb van een bosecosysteem staan boomwortels en de daarmee via mycorrhiza’s verbonden zwamdraden en zwamvlokken van lagere, glomaline producerende symbiotische schimmels en paddenstoelen en van strooisel afbrekende en recyclende micro- en macrofungi een belangrijke rol, net zoals ontelbare andere organismen die bijdragen aan de vorming van humus en compost.

In bosecosystemen begint alles met en draait alles om de biodiversiteit in de toplaag van het bodemvoedselweb. Het soil food web en de anorganische componenten van de bodem zijn bepalend voor de rijkdom of armoede van de bovengrondse biodiversiteit. Verstoringen in het bodemvoedselweb leiden tot veranderingen in het evenwicht dat in het boomsoorteigen ecosysteem heerst en dit heeft geforceerde aanpassingen van de participanten en (tijdelijk) verminderde soortenrijkdom als gevolg. Ergo, bij bomen is de achteruitgang en sterfte door vermesting (nitrificatie) van boomsoorteigen ecosystemen het hoofdprobleem.

Een theelepel bosbodem kan 20.000 tot 30.000 verschillende soorten bodemorganismen bevatten

Een theelepel bosbodem kan 20.000 tot 30.000 verschillende soorten bodemorganismen bevatten, een duizelingwekkend aantal, dat zelfs op een optimaal ingerichte standplaats voor een stadsboom nooit kan worden bereikt. Een handvol bosbodem bevat naast levende delen van planten en boomwortels en organisch afval alleen al 1000 miljard bacterien, 500 miljard flagellaten, 100 miljard amoebes, een paar miljard zich ondergronds voortplantende lagere schimmels, de zwamvlokken van een miljard paddenstoelen of zwammen, enkele miljoenen wimper- en zweepdiertjes (ciliata) en ongeveer een miljoen bodemalgen.

Energiebalans

Verder komen in de bodem grote aantallen van verschillende soorten wormen, aaltjes en insecten als springstaartjes, pissebedden, kevers en duizend- of miljoenpoten voor. Alle leveren ze hun bijdrage aan de omzetting van organisch afval. Samen met de (grotendeels) bovengronds levende organismen zorgen zij voor een energiebalans in het bosecosysteem en houden zij een min of meer gesloten voedselkringloop in stand (© G.J. Keizer, 2015/2019).

Samenvattend

Samenvattend : een boom is het centrum van een boomsoorteigen ecosysteem, waarin micro- en macrofungi een sleutelrol in de levenscyclus van een boom spelen en medeverantwoordelijk zijn voor de voortplanting, vitaliteit, conditie en afbraak van bomen, oftewel : GEEN BOMEN ZONDER ZWAMMEN.

 

“… Met andere woorden: een natuurbegraafplaats is slecht voor het milieu. Ik stel dat het omgekeerde het geval is …”

En ik stel op grond van wetenschappelijk mycologisch en bosecologisch onderzoek, dat dit een onhoudbare en niet met onderzoek onderbouwde stelling over boomsoorteigen ecosystemen is (zie literatuur).

 

“… de minst schadelijke manier van lijkbezorging …”

Door de aan- en afvoer van in het bos te begraven personen (lijkwagen) en hun familie en het delven van graven gaat buiten de paden overbetreding optreden met verdichting van de bodem en zuurstofgebrek in de bodem als gevolg, waardoor de mycorrhiza’s van de symbiotische schimmels en paddenstoelen of zwammen afsterven en de wortels van de boom niet langer met door deze symbionten geproduceerde antibiotica en fungiciden tegen aanvallen van parasieten worden beschermd.

 

“… Een begraven lichaam vergaat door natuurlijke afbraak door schimmels …” 

Alleen bij de afbraak van keratine (nagels, haar, epidermis) en botten spelen een beperkt aantal hooggespecialiseerde macrofungi een rol, een afbraakproces dat afhankelijk van de omstandigheden vele tientallen jaren tot enkele eeuwen duurt.

 

“… Individuele graven kunnen tussen boomwortels aangebracht worden …”

Tussen de wortels en wortelaanzetten groeit een dicht netwerk van haarwortels en fijne en adventiefwortels, die bij beuken bijvoorbeeld een doorslaggevende rol in de voortplanting van de boomsoort via moederbomen spelen. Beschadiging van dit met symbiotische macrofungi verbonden netwerk leidt tot kolonisatie door parasitaire schimmels en gedeeltelijk of geheel afsterven van de boom, zoals op Hackfort (Vorden) enkele jaren geleden na het aanplanten van bloembollen in de boomspiegels van oude beuken gebeurd is.

 

Met vriendelijke groet,

Gerrit Jan Keizer

Mycoloog/bosecoloog

 

Literatuur

 

G.J. Keizer (2000). Mijn door Naturalis/Eti BioInformatics (Leiden) beheerde interactieve paddenstoelengids. De Interactieve Paddenstoelengids: Welkom (naturalis.nl).

G.J. Keizer (2012/2015/2021). De verborgen boom. Het boomsoorteigen ecosysteem van onze inheemse loof- en naaldbomen. A3 boeken, Geesteren.

G.J. Keizer (2015/2019). Mycological Tree Assessment. Geen bomen zonder zwammen. Agentschap Natuur en Bos (Antwerpen)/Inverde(Brussel).